J. de Waard, A Translator's Handbook on the Book of Ruth, [1973], 18 The last sentence of verse 17 consists of an oath and a curse formula. In Hebrew it is literally "may the LORD do so to me and more also", a formula found in the Old Testament twelve times, once here and eleven times in the books of Samuel and Kings (1 Sam 3.17; 14.44; 20.13; 25.22; 2 Sam 3.9,35; 19.13; 1Kgs 2.23; 2 Kgs 6.31).
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [31]Zo [32]doe God aan de vijanden van David, en zo doe Hij daartoe, indien ik [33]van allen, die hij heeft, iets tot morgen overlaat, dat mannelijk is! 31. Zie de aantekeningen Ruth 1:17, aangaande deze manier van spreken. 32. Dat is, God geve dat alle vijanden Davids alzo mogen varen als ik dezen Nabal denk te doen. Hoewel enigen menen, dat David inplaats van te zeggen: God doe mij dit of dat, zijn vijanden het kwaad toegewenst heeft, dat sommigen lichtvaardiglijk zichzelven al vloekende toe te wensen plegen. Vergelijk boven, hfdst.20 vs.16. 33. Of, van allen dat hij heeft. 34. dat mannelijk is! Een manier van spreken, waarmede te kennen gegeven wordt een gehele uitroeiing van een huis, alzo dat niemand overig gelaten wordt, zelfs niet een hond, die gemeenlijk aan den wand pist; alzo ook vs.34, en 1 Kon.14:10, en 2 Kon.9:8.